mei 2021 terug naar school
COLLECTIEVE RUIMTE
De overgang van de corona-maanden naar het herstel van het reguliere dagonderwijs op school zal aan de kinderen en jongeren een essentieel goed teruggeven. Ze zullen niet alleen de schoolgebouwen mogen betreden, maar er weer hun bijzonder asielrecht laten gelden op de collectieve ruimte die de school biedt. Die ruimte is materieel en immaterieel.
Elk schoolgebouw en zijn aanhorigheden heeft lokalen en plekjes waar leerlingen graag vertoeven, er drukte of stilte vinden, er samen met anderen creëren en beleven: er het leven delen.
Elk lid van het schoolteam maakt deel uit van de immateriële collectieve ruimte, van de geestelijke omringing die bijdraagt aan de vorming van het kind & opleiding van de leerling.
De invulling van de opvoedkundige ruimte op school is, gezien de diversiteit van de gezindten en overtuigingen, en van de familiale cultuurbeleving, een delicate onderneming. Haar opdracht is globaal en uniek in de samenleving.
Leven en leren vallen samen voor het prille kind. De groei legt voor scholieren wisselende accenten. Levenslust gaat soms het besef van het nut van leren speels overheersen en andersom; gerichte leergierigheid zet de attractie van het vrije leven tijdelijk onder druk. Het kind, volgzaam of rebels, gaat onwillekeurig op de persoon van de leraar steunen.
De leraar wordt door de maatschappij beschouwd als de derde opvoeder, de medeverantwoordelijke. Hij / zij beschikt evenwel slechts over onvolledige, vaak eenduidige informatie die te hooi en te gras verzameld wordt en omzichtig bewaakt wordt. Gezien de kwetsbaarheid van het kind moet het schoolteam die informatie nog wikken en wegen. De maatschappij doet daar-om een beroep op de goede wil en trouw van de leraar om van de jongere een leidsman / leidsvrouw te zijn. Bij de terugkeer in de klas, de eetzaal, de speelplaats enz. zijn de medeleerlingen de eerste kring van ontmoeting en is de leraar de ‘hervonden’ verantwoordelijke voor de degelijkheid van het onderricht en de erkenning van het potentieel van alle leden van de groep.
Het decor van de lokalen zal bijdragen aan het ‘thuiskomen’ van de leerlingen. Het is van na de Tweede Wereldoorlog geleden dat de vervreemding van het regelmatige schoolleven zo’n impact heeft gehad op het welbevinden van de jeugd.
De lege lokalen zullen weer even groter lijken dan ze zijn; de met uitrusting, leermiddelen en allerlei ornamenten ingevulde klaslokalen zullen een ogenblik kleiner lijken en benauwen.
Heelwat leerlingen zijn het gewend geraakt de locatie, omstandigheden en voorwaarden waarin ze afstandsonderwijs volgen, overwegend zelf te bepalen. Ze zullen medezeggenschap vragen, bij de hervatting van het klassikale contactonderwijs
!! Opnieuw verdedigen minister en vakbonden de ijzingwekkende stelling dat onderwijzen alleen maar lesgeven is. Zoals de koerier van een pakjesdienst alleen pakjes bezorgt en geen brieven, zo biedt de leraar alleen pakketjes leeroverdracht aan. Zo’n vernauwing, vertechnisering van de pedagogische functie staat haaks op de menselijke hunker naar ontmoeting en omgang en de ontwikkeling van een brede emotionele intelligentie.