Standpunten

Katholiek Onderwijs Vlaanderen

OVERDENKING

Het Katholiek Onderwijs Vlaanderen blaakt niet van missie-ijver.  Het wil eerder goeddoen.

Tot in de eerste helft van de 20ste eeuw, en in het bijzonder in het Westen, heeft het godsgeloof de strijd met zichzelf en met de laïciserende krachten uitgevochten.  Heel wat religieuze is-men hebben de aardgebonden mens een tijdlang bekoord.  Vandaag versterken heel wat ontsporingen de onverschilligheid voor en de afkeer van onder meer zingevende boodschappen.
Het mag duidelijk zijn dat er meer dan een aggiornamento nodig is om de aangeboren religieuze vraagstelling van de mens te beantwoorden.

De scolarisatie heeft de modale intellectuele ontwikkeling op een hoog peil gebracht.  De mentaliteit ten aanzien van het materiële en de zinnelijkheid is evenwel grotendeels ongewapend gebleven.  Er is een omslag nodig: een herkenning van de weelderig naakte, onschuldige natuur, en de erkenning van de eigen zwijmelende culpabiliteit waarin vooringenomenheid en angst het steeds weer winnen van introspectie en overweging.
Het geloof in de deelprojecten van de samenleving: politiek, economisch, sociaal, juridisch, artistiek enz. wordt getemperd door het ongeloof dat ze kunnen slagen.  De oosterse wijsheid dat het menselijke bestaan ‘wording’ is, wordt door de westerling tegengesproken door zijn onverminderd streven naar hier-en-nu gegarandeerde bevrediging.

Er is een nieuw religieus vocabulaire nodig, een genereus eigentijds discours om de goede eigenschappen / deugden weer een naam te geven en de gebreken / ondeugden eerlijk te benoemen. 
Er zijn nieuwe narratieven nodig: een nieuwe metaforiek die gevoel en begripsvermogen aanspreekt.  Met de zuivere rede komt men wel tot inzicht, maar niet tot rust.

De school kan het floers van de hypocrisie van voor de ogen wegnemen.  Ze kan het naturel van de mens tonen – als ’t ware openbaren – met zijn vele onvolkomenheden en zijn vele mogelijkheden van verheven denken en handelen.
Ze kan met andere woorden handelen volgens de Rechten van de mens / de Rechten van het kind.  Die zijn naar het aangeboren geweten en naar de gepredikte westerse ethiek op schrift gesteld.  Ze kan de mens aanzetten tot de kritische beleving van de evoluerende moraal.

De school kan de jeugdige personen tot existentiële zingeving brengen.  De enen zullen door levenslange bevraging van het na-tuurlijke / kosmische levensmysterie naar vermeerderende zekerheid streven.  De anderen zullen bovendien door de aanna-me van de bovennatuur – al dan niet uitgewerkt in een my­thisch begrip of geïncarneerd in een historische voorbeeldfiguur – hun leven richting trachten te geven.