Standpunten

Zelfverwonding

Zelfverwonding wordt nog te weinig (h)erkend.

Zelfverwondend gedrag (afgekort tot ZVG) is een directe vorm van zelfbeschadiging en komt vooral voor bij adolescenten. Indirecte vormen van zelfbeschadiging zijn bijvoorbeeld eetstoornissen, anorexia of boulimia nervosa, overdadig alcoholgebruik of gebruik van drugs. ZVG is sociaal niet-aanvaardbaar gedrag. Het dragen van oorbellen of piercings wordt in onze westerse maatschappij wel aanvaard.

Sommige jongeren die hevige en zeer intense emoties ervaren, hebben moeilijkheden om de sterkte of de intensiteit van die emoties te reguleren en zijn gevoeliger voor de ontwikkeling van zelfverwondend gedrag. Ze tonen met dit gedrag dat het niet goed met ze gaat en vragen op die niet-verbale wijze om hulp. Uit onderzoek weet men dat deze jonge mensen het ook moeilijk vinden om gevoelens en gedachten rechtstreeks te verwoorden. Ze zijn bang van die emoties, bijvoorbeeld omdat ze in het verleden ondervonden hebben dat ze uitgelachen werden of belachelijk gemaakt of omdat die emoties door anderen ontkend of onderdrukt worden.

ZVG is geen suïcidepoging, maar kan er wel toe leiden als een jongere bijvoorbeeld te diep snijdt of een ader raakt of als hij/zij de eetstoornis niet kan overwinnen. De triggers zijn talrijk: scheiding van de ouders, gepest worden, faalervaringen om er maar enkele te noemen.
Jongeren die zichzelf verwonden, vertellen dat ze onmiddellijk na het ZVG een gevoel van opluchting ervaren, zelfs een zekere vorm van extase. Dit maakt ZVG verslavend.

ZVG kan behandeld worden, niet met medicatie maar met therapie, begeleiding en een zorgzaam luisterende houding. Een belangrijke doelstelling van de therapie is op een gezonde manier met emoties leren omgaan. De steun van ouders is als motivator essentieel om het ZVG los te laten en de weg van zelfzorg te kiezen.